Nolenslaan – kapvergunning fase 1
Eind 2023 heeft de gemeente voor de Mgr. Nolenslaan (tussen Groen van Prinstererlaan en de Haagse Sportvereniging DUNO) een kapvergunning afgegeven voor 19 wilgen, die een slechte conditie hadden. Stabiliteitswortels van een aantal bomen waren ernstig aangetast door maaischade.
De bomen waren aantrekkelijk voor spechten en vleermuizen. De overvloed van gaten was het bewijs. Inventarisaties hebben uitgewezen dat zowel de gewone dwergvleermuis als de ruige dwergvleermuis de wilgen langs de gehele Nolenslaan als paarterritoria en essentiële vliegroutes en foerageergebied gebruiken. Vleermuizen zijn beschermde soorten volgens de Europese wetgeving.
Ondanks de ecologische waarden van de wilgen, zijn ze met spoed gerooid vanwege het risico dat ze vormden voor de omgeving.
De vergunning bevatte geen voorschriften voor vleermuizen. De herplant met nieuwe bomen heeft nog niet plaats gevonden.
Nolenslaan -kapvergunning fase 2
De gemeente den Haag heeft nu ook een vergunning aangevraagd om 17 wilgen langs de Nolenslaan te kappen tussen DUNO en Donker Curtiusstraat (27 juni 2024). De conditie van deze wilgen is eveneens slecht. Ook deze bomen hebben veel holtes en vleermuizen maken er gebruik van – net als bij de wilgen van fase 1: paarterritoria, essentiële vliegroutes en foerageergebied.
Beschermde soorten.
Vleermuizen zijn door Europese wetgeving beschermde dieren. Als de gemeente verblijfplaatsen van deze dieren opzettelijk gaat verstoren, bijvoorbeeld omdat er uit veiligheidsoverwegingen bomen moeten worden gerooid, dan kan zij een vergunning o.g.v. de Omgevingswet krijgen van de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH). De Omgevingswet verwijst voor beschermde vleermuizen naar de Europese wetgeving. ODH heeft de gemeente om die reden een zo’n vergunning verleend voor het rooien van ‘dode en slechte bomen’ in dat jaar, die uit veiligheidsoverwegingen snel gerooid moeten worden. Dit gold ook voor fase 1 van de Nolenslaan.
Er zijn voorschriften verbonden aan deze vergunning omdat er natuurlijk wel zorgvuldig gehandeld moet worden. Daarom moet de gemeente een ecologisch protocol opstellen, waarin staat aangegeven bij welke werkzaamheden welke handelingen nodig zijn. Als de omgeving onvoldoende alternatieve mogelijkheden biedt, dienen mitigerende en compenserende maatregelen te worden opgenomen.
De Handhavingsorganisatie van ODH heeft de gemeente een waarschuwing gegeven. De vergunning van fase 2 kan pas verleend en uitgevoerd worden als de herplant van fase 1 voldoet aan de voorwaarden, die de ODH heeft opgelegd. De gemeente Den Haag heeft inmiddels toegegeven dat het bij fase 1 niet goed is gegaan.
Ecologisch protocol ontbreekt – vleermuizen genegeerd
De Bomenstichting Den Haag heeft de gegevens van beide aanvragen voor een kapvergunning opgevraagd. Opvallend is het ontbreken van het ecologisch protocol, zowel voor fase 1 als fase 2.
Ook viel ons op dat de kapvergunning voor fase 1 wel een voorschrift voor vogels bevatte (kappen buiten het broedseizoen van 15 maart tot 15 juli), maar geen voorschrift voor de beste werkperiode voor vleermuizen: globaal van half augustus tot en met oktober. Echter bomen mogen, indien zij gecontroleerd zijn op verblijfplaatsen en mogelijk aanwezige broedvogels, ook in april tot augustus gekapt worden. Voor fase 2 is nog geen kapvergunning verleend. Dat mag pas nadat de bomen van fase 1 herplant zijn en voldoende afmetingen hebben als vliegroute of foerageerroute.
De Quick scan van fase 2 is wel heel summier. De Quik scan geeft geen advies voor nader onderzoek, terwijl daar wel degelijk aanleiding voor is. Immers in fase 1 was al vastgesteld dat er sprake was van essentiële vliegroutes en foerageergebieden langs de gehele Nolenslaan. Vleermuizen kunnen ook gebruik maken van de holtes in de bomen van fase 2. De waarnemingen gebeurden overdag wanneer vleermuizen slapen. Er zijn geen waarnemingen verricht in de avond wanneer de vleermuizen uitvliegen en voedsel zoeken. Ook het onderzoek naar de holtes was summier: één boom met een endoscoop, verder alleen met het oog, maar zonder ladder. Er zijn geen adviezen gegeven over mitigerende of compenserende maatregelen.
Bij mitigerende of compenserende maatregelen denken wij aan: behouden van bomen met paar-, kraam- en/of winterverblijfplaatsen in de directe omgeving.
Bij kappen van een lijnvormige begroeiing, die een essentiële vliegroute vormt voor vleermuizen, dient men gefaseerd te werk te gaan, waarbij tussen de bomen geen gaten groter dan 7 meter kunnen ontstaan. Kap kan pas plaatsvinden wanneer de nieuwe aanplant een minimale kroonbreedte heeft van 2,5 meter en de bomen minimaal 5 meter hoog zijn. Als tijdelijk alternatief voor het functioneren van de vliegroute kunnen schermen worden geplaatst.
We hebben geen mitigerende of compenserende maatregelen waargenomen.
We houden vinger aan de pols!