Het nieuwe college heeft na haar aantreden een overleg gestart met de bewoners om alternatieve mogelijkheden te onderzoeken.
De bomenkap, die nodig zou zijn om extra parkeerplaatsen aan te leggen aan de Laan van Meerdervoort, is daarmee nog niet definitief van de baan. Immers het college van B en W heeft in het coalitieaccoord opgenomen dat deze bomen vooralsnog kunnen blijven staan.
De bomen zijn gezond. Op basis van onderzoek door New York Boomadvies (2011) blijkt dat de toekomstverwachting van de iepen en populieren goed is en dat ze gehandhaafd kunnen blijven. Daarom blijft de Bomenstichting erop wijzen dat de aanleg van parkeerplaatsen in de Stedelijke Groene Hoofdstructuur in strijd is met het raadsbesluit inzake vaststelling van het bestemmingsplan Vruchten- en Heesterbuurt, en met het Beleidsplan voor het Haagse Groen – Groen kleurt de stad.
De Bomenstichting constateert dat er in de huidige situatie 293 boomplaatsen zijn en in de toekomstige situatie 238 – als de bomenkap door zou gaan. Dat zijn 55 boomplaatsen minder. Met name de middenberm krijgt substantieel minder boomplaatsen: nu 212, na herinrichting 134. Juist hier gaat het om beeldbepalende bomen van de 1e grootte (iepen en populieren).
De Bomenstichting constateert dat de belevingswaarde in de toekomst in ernstige mate achteruitgaat als de herinrichting door zou gaan. De bomen staan nu op ca 8 à 9 meter afstand van elkaar. In de toekomst komen de bomen ca 19 meter uit elkaar te staan. De bomen komen niet meer in de groenstrook te staan maar tussen de parkeerplaatsen. Het huidige beeld van aaneengesloten stammenrijen zal in de toekomst bestaan uit een beeld van geparkeerde auto’s met daartussen stammen. Dat de kronen in de toekomst elkaar zullen raken is niet waarschijnlijk. De groenstrook, die nu 12 meter breed is, wordt 4 meter smaller. Dat betekent dat ruim 4.000 m2 oppervlakte aan groen zou verdwijnen.
Een ontheffing op grond van de Flora en Faunawet ontbreekt bij de stukken. Bij een stadsbrede inventarisatie van vleermuizen (K. Mostert, Vleermuizen in Den Haag en omgeving, 2009-2011) zijn enkele exemplaren van de watervleermuis foeragerend waargenomen in de Laan van Meerdervoort. Een toegespitste inventarisatie is daarom nodig om te zien welke soorten gebruik maken van deze ecologische verbinding en op welke manier. De consequenties van het rooien van de bomen dienen voorafgaande aan de uitvoering in kaart te worden gebracht evenals de vereiste compensatie.
De combinatie van meer uitstoot (minder doorstroming, meer parkeerbewegingen) met het verdwijnen van bomen die fijnstof, stikstof, ozon op- en wegvangen is ongunstig. Daarom is het een omissie dat de gemeente de gevolgen van de plannen voor de luchtkwaliteit niet heeft berekend en vergeleken met de huidige situatie. De meetresultaten van 2011 van NO2 aan de Laan van Meerdervoort stellen niet gerust: de heflt van de gemeten waarden waren in 2011 hoger dan de norm van 40 ug/m3 toestaat (Jaarrapportage stikstofdioxide concentratiemetingen Den Haag, 2011, Blauw luchthygiëne onderzoek en advies).